woensdag 13 mei 2020

Geld in mijn pubertijd

Na mijn kindertijd, waar ik in eerder over schreef, ging geld in mijn pubertijd natuurlijk een wat grotere rol spelen. Nog steeds werd alles voor mij betaald en ontbrak het mij aan niets. Het behoudende uitgavenpatroon van mijn ouders veranderde niet, maar omdat er voldoende geld verdiend werd en er ook gespaard was konden mijn ouders, rond mijn twaalfde, een nieuwbouw woning kopen en dit huis inrichten en aankleden met mooie spullen. Hier werd dan weer niet op bespaard. Er werd eiken parket gelegd, er kwamen zit- en wandmeubels van Leolux en bij een goede stoffeerder uit het dorp werden gordijnen en Luxaflex op maat gekocht.  Sommige van deze spullen zijn, 40 jaar later, nog steeds in gebruik.

Natuurlijk kreeg ik ook meer zakgeld toen ik ouder werd. Toen ik op de middelbare school zat gaf ik dit uit aan make-up, stylingproducten voor mijn haar, accessoires zoals oorbellen en tassen, tijdschriften, cassettebandjes en lp’s. Ook kocht ik af en toe wat lekkers op school, tijdens een waterpolotoernooi of als ik met een vriendin de stad in ging. Vanaf een jaar of 16 gaf ik ook geld uit aan uitgaan. Meestal kochten mijn vriendinnen en ik hooguit twee drankjes op een avond en het lukte ons om daar de hele avond mee te doen! Op feestjes dronken we wat meer, er was toen nog geen campagne om jongeren minder te laten drinken!

Het lidmaatschap van de zwemvereniging en de meeste andere dingen betaalden mijn ouders. Ergens in de loop van mijn tweede jaar op de middelbare school wilde ik kleedgeld. Het bedrag per maand was voldoende voor de basisdingen, maar zo af en toe betaalden mijn ouders mijn schoenen, een nieuw badpak of een nieuwe winterjas.

Mijn eerste loon verdiende ik op mijn 13e. In de zomervakantie ging ik drie weken aalbessen plukken bij een lokale boer. Ik spaarde voor een stereotoren en kon deze met het geld dat ik met de bessenpluk had verdiend ook kopen. Ik herinner me nu nog hoe blij ik was! De zomer daarna plukte ik weer een paar weken aalbessen, wat ik met dat loon heb gedaan weet ik niet meer. Waarschijnlijk is dat voor een deel opgegaan aan leuke dingen doen in de vakantie.

Vanaf mijn 16e ging ik niet meer met mijn ouders op vakantie. Ik ging met vriendinnen kamperen, met een vriend naar Engeland, met een groep naar festivals en er waren logeerpartijen. Al deze uitjes en uitstapjes waren natuurlijk niet gratis. Ik heb diverse baantjes gehad om dit allemaal te kunnen betalen. Mijn leukste baantje was het schoonmaken van het belastingkantoor in ons dorp. Ik begon hier om half 5, de meeste ambtenaren waren dan al lang weg en ik werkte door tot half 7. Ik deed dit samen met een mevrouw die een stuk ouder was dan ik. Ik was niet echt handig met de mop en onze taakverdeling was al snel als volgt: ik leegde de prullenbakken en haalde een lap over de bureaus. Mijn collega stofzuigde en mopte, samen deden we de toiletten. Zwaar werk was het niet en ik vond het reuze interessant om door zo’n leeg kantoor te lopen en alles te bekijken en daar dan ook nog goed voor betaald worden!

Ik denk dat ik in deze periode – mijn middelbare schooltijd  - me pas echt bewust werd van geld.  Ik verdiende wat, en ook had ik mijn zakgeld. Daarnaast kreeg ik nog steeds weleens geld van mijn grootouders. Ik spaarde maar had nog geen specifieke spaardoelen. Wel was ik bezig met sparen voor later, want natuurlijk had ik plannen om op eigen benen te staan. Als opvoeders waren mijn ouders adviserend en begeleidend, er werd niet vaak verteld dat we iets moesten of juist niet mochten doen, maar wel gaven ze advies en hun mening, ook wat betreft financiële zaken. Uiteindelijk moesten we zelf keuzes maken en beslissingen nemen. Ik denk dat er toen een goede basis is gelegd om met geld om te kunnen gaan. 

Na mijn middelbare schooltijd ging ik uit huis, ook een periode waarin geld een belangrijke rol speelt, voornamelijk omdat je dan pas echt leert je eigen boontjes te doppen!

Deze tekst is eerder gepubliceerd als gastblog op Zuinigeman.nl 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten